Terug naar boven

Bolle akkers te Boxtel

Bolle akkers zijn relatief kleine akkers van een halve tot twee hectare groot waarvan het oppervlak een kunstmatige bolling heeft. Het midden van de akker is een halve tot een hele meter hoger gelegen dan de rand. Een bolle akker is ontstaan door het jarenlang opploegen (bolploegen) vanaf de randen naar het centrum van de akker. Anders dan vaak wordt gedacht, heeft de term bolle akker niets te maken met het al dan niet aanwezig zijn van een plaggenbodem.[1]

Bolle akkers zijn nog steeds zichtbaar in het landschap. Zij komen vaak in complexen voor. In 2006 hebben Fokko Kortlang en Karel Leenders een kritisch onderzoek verricht naar de akkercomplexen in de gemeente Boxtel, waarin zij ook de bolle akkers hebben geïnventariseerd. Zij vonden op de volgende locaties bolle akkers of bolle akkercomplexen:

de Roondse Akker (7 ha en 18 ha), de Leemskuilen (18 ha), de Hoogeindse Akker (13 ha),  aan de Goorestraat (6 ha), De Bolken (31 ha), aan Hoge Voort (4 ha), aan de Brede Heide (15 ha) en Vorstakker-zuid (2 ha).

De bolle akkercomplexen van het gehucht Roond en bij de Leemskuilen zijn aangemerkt als het meest waardevol vanwege hun samenhang met de open akkers.

Beschrijving van de bolle akkers

1. De Roondse Akker, gelegen in het westen van Boxtel, is het akkergebied van het gehucht Roond. Dit akkercomplex bestaat uit een gebied met open akkers en een met zwak bolle akkers. Het noordwestelijk deel bestaat uit een rij zwak bolle akkers, die ongeveer vijfenzeventig centimeter hoog zijn: een klein akkercomplex. In het zuidelijk deel liggen nog iets vlakkere bolle akkers van vijftig centimeter hoog. (Foto A, B en C)

2. De bolle akkers bij de Leemskuilen liggen ten oosten van de A2 aan de Hoogstraat. De eigenlijke Leemskuilen waaruit leem werd gewonnen, liggen oostelijker. De bolle akkers van de Leemskuilen hebben een kenmerkende hoogte van één meter. Met uitzondering van enkele afgegraven hoekjes liggen hier duidelijk echte bolle akkers. Samen met de onbestrate Hoogstraat, die daar als een holle weg tussendoor loopt, vormen zij een afgerond complex.[2]

3. De Hoogeindse Akker ligt tussen de Dommel en de Liempdseweg, ten zuiden van de kom van Boxtel. Deze akker is een open graslandgebied met een duidelijke steilkant naar het Dommeldal toe. Hoewel men op het oog geen bolle akkers ziet, zijn die er wel degelijk. De hoogtekaart toont een rij bolle akkers met hoogten tot tachtig centimeter.[3]

4. De bolle akker aan de Goorestraat ligt ten oosten van de herberg De Keulse Kar, tussen de Goorestraat en de Keulse Baan. De hoogtekaart laat zien dat de drie opbollingen in het terrein, die met het blote oog zichtbaar zijn, daadwerkelijk overeenkomen met oude percelen. Hier liggen bolle akkers tot een hoogte van vijfenzestig centimeter.[4]

5. De bolle akkers van De Bolken liggen ten oosten van de Blauwhoefse Loop en ten zuiden van de Dommel tot aan de boog van de goederenspoorlijn. Hier ligt een grote groep bolle akkers met hoogten tot vijftig centimeter.[5]

6. Het bolle akkercomplex aan de Hoge Voort ligt ten oosten en noorden van de Grote Beek, ten zuiden van de boog van de goederenspoorlijn en ten zuidoosten van de Hoge Voort. De Hoge Voort is de tegenhanger van de Lage Voort bij de Brede Heide. Beiden voorden (doorwaadbare plaatsen) lagen in de weg naar Oirschot. Er ligt een groepje bolle akkers met een hoogte tot zestig centimeter.[6]

7. Het bolle akkercomplex aan de Brede Heide is een deel van een gebied met oude akkers ten zuiden van de Blauwhoefse Loop, tussen de straat De Beeken en de Eindhovenseweg. De Beeken markeert de grens van de gemeint met de Brede Heide. Het is nu een groot open veld, maar de hoogtekaart laat een aantal kleine bolle akkers zien met hoogten tot zeventig centimeter die de oude verkaveling verraden.[7]

8. De bolle akker van de Vorstakker-zuid, die twee hectare groot is, is gelegen ten zuiden en westen van de Blauwhoefse Loop, tegen de spoorlijn aan. Dit is de oude akker de Vorstakker van de Boxtelse domeinhoeve De Vorst. De heren van Boxtel hadden tot in de negentiende eeuw onder meer het veertig hectare grote bos De Vorst en de aan de noordpunt daarvan gelegen twintig hectare grote domeinhoeve De Vorst, waartoe de eigenlijke Vorstakker behoorde. Rond 1900 was de akker van de Vorstakker nog omgeven met heggen en boomrijen. Het zuidelijk deel van de Vorstakker heeft nu nog een duidelijk bolle akker die ruim één meter hoog is.[8] De naam verwijst naar het bos van de heren van Boxtel. Het Middelnederlandse woord ‘foreest’ betekent ‘(groot) bos, jachtterrein’ en ontwikkelde zich in de volksmond tot ‘vorst’.

Volgens Kortlang en Leenders worden zowel de bolle akkers als de open akkers tegenwoordig bedreigd door de boomteelt. Sommige vormen van boomteelt tasten de herkenbaarheid van de bolle akkers aan en hebben een negatief effect op de openheid van de open akkers. Het verwijderen van kluiten met grond kan – als geen compensatiegrond wordt aangebracht – op lange termijn ook leiden tot het dunner worden van de akkerlaag.[9] Doordat de boomteelt een ingrijpend effect heeft op het landschap, zijn er geregeld conflicten tussen de boomteeltsector en de gemeente die de bestemmingsplannen buitengebied vaststelt. Daar komt bij dat het gemeentelijke beleid inzake de bescherming van akkercomplexen in de provincie Noord-Brabant zeer divers is. In Boxtel staan de boomkwekers en het gemeentebestuur op gespannen voet, terwijl de kwekers in bijvoorbeeld Zundert geen strobreed in de weg wordt gelegd.[10]

 


[1] Kortlang en Leenders, Gemeente Boxtel, 8 en 28.

[2] Idem, bijlage 3, dossier 5.

[3] Idem, bijlage 3, dossier 11.

[4] Idem, bijlage 3, dossier 12.

[5] Idem, bijlage 3, dossier 13.

[6] Idem, bijlage 3, dossier 14.

[7] Idem, bijlage 3, dossier 15.

[8] Idem, bijlage 3, dossier 16.

[9] Idem, 42.

[10] Van Iersel, ‘Boomkwekers en bestemmingsplannen in Brabant’, zie http://boom-in-business.nl/upload/artikelen/bib112bestemmingsplannen.pdf.